VI. De zesde sleutel
Een mystieke sleutel
INVOCATIE
In het prachtige boek van de grote bard uit Wales, Kenneth Morris, getiteld De Geheime Berg, komt de geschiedenis voor van Varglon Fflamlas, een slaaf in het oude Babylonië, die een dienaar van de goden werd. ‘’s Nachts werden de stadspoorten van binnen geopend, de goden betraden Babylonië, en zij regeerden er, naar verteld wordt, gedurende duizend jaar’.
Deze eenvoudige slaaf had zo’n groot vertrouwen in het goede en het hogere, dat hij in zijn poging om de Geheime Berg van de Goden te vinden om daardoor tot inzicht te komen en de wereld te verbeteren, tot de overtuiging kwam dat een bepaalde levenshouding en onzelfzuchtig volhouden hem hulp zouden brengen. Dat, wanneer zijn motieven oprecht waren en hij niet zichzelf zocht, hij een kanaal kon worden waardoor bijzondere krachten in deze wereld zouden vloeien.
Inderdaad ontmoette hij een gids, had vreemde visioenen en hoewel deze eenzame en onbegrepen man door veel mensen ‘eenzijdig’ werd genoemd, verrichtte hij een werk dat zeer veelzijdig bleek te zijn. Het verhaal gaat dat hij later de kring van de goden van zeer dichtbij leerde kennen….
Hij werd bekend met de macht van de zesde ‘magische sleutel’.
Een groot denker heeft eens gezegd: ‘Leg uw kennis op het altaar van de mensheid, want alleen zo kan ze voor u behouden blijven.’
Het was altijd het kenmerk van de werkelijk groten, de wijzen – de bewust geworden pelgrims op de levensreis – dat zij universeel dachten en werkten en in hun idealen en arbeid alle mensenzielen omvatten die zij als hun ‘andere zelven’ beschouwden. Vandaar dat zij de problemen van de beperkte persoonlijkheid oplosten.
Als zij zegenrijk werk deden en hun land groot hielpen maken, verspreidde het licht ervan zich ver buiten de grenzen dat na hen nog eeuwenlang scheen. Lao-Tse, de Chinese meester in de levenskunst, liet zeer weinig na in tastbare vorm, maar hij gaf duizenden, ja miljoenen in zijn tijd en na hem, een verheven visie en levensfilosofie.
De meesters van de kunst deden hetzelfde voor de wereld: de muziek van Beethoven verenigt en verheft de mensen van alle tijden en van alle volken. Onder haar machtige invloed schijnen de uiterlijke problemen zo nietig; het nooit geëvenaarde licht dat uit Rembrandts meesterstukken straalt, doet de toeschouwers uit alle delen van de wereld in stille bewondering en aandacht staan. Het universele van Shakespeare’s Hamlet en zijn strijd, boeit de aandacht van mensen door de eeuwen heen.
Het is dus wel kenmerkend, dat het allerhoogste, het edelste, het meest onvergankelijke, door de universaliteit ver uitgaat boven de beperking van de persoonlijkheid, van individu of gemeenschap. De invloed van wat wij in de vijfde sleutel de hoogste triade noemden, het hoger zelf, is daarom steeds verenigd, bindend – de eigenschappen ontwikkelend van de kosmos, waarin alles harmonisch verbonden is.
Maar het is onlogisch om aan te nemen, dat degenen die dit allergrootste, dit universele in hun leven bereikten, het ineens en zonder moeite en inspanning verkregen. Er moet een voortdurende aspiratie en inspiratie zijn geweest, leven na leven, en een continue aspiratie, als wij dit woord goed begrijpen, is een invocatie – een aanroep of zo je wilt een oproep. Het is de zesde sleutel, maar men moet het bovenstaande wel goed beschouwen, wil men deze mystieke sleutel, die bijna verloren gegaan is, op de juiste manier hanteren. Want gebruikt men hem niet met een universele gedachte en motief, dan begint hij te roesten en breekt…
Een aanroep van het hogere zelf in de mens – de invocatie – is niet iets wat gelijk gesteld moet worden met een gebed, tenzij men het een wilsgebed zou willen noemen, want het wordt gedaan door middel van de kracht van de geestelijke wil. Het wachtwoord ‘waakzaamheid’, dat in oude tijden aan chela’s of leerlingen werd gegeven, betekende niets anders dan de aanmoediging om voortdurend te proberen zich te richten tot het hogere zelf en dit te laten overheersen.
Als je de laatste drie sleutels hebt bestudeerd, moet je eens kennis nemen van de ervaringen van enkele van onze Nederlandse dichters, bijvoorbeeld van het sonnet van Henriette Roland-Holst: De Stilte der Natuur heeft veel geluiden en van C.S. Adema van Scheltema: Min de Stilte in uw wezen; Zoek de Stilte die bezielt. Lees ook vooral eens: Zelfbespiegelingen van Marcus Aurelius Antonius of bijvoorbeeld zo’n beroemd gedicht als van Wordsworth: Herinneringen van de vroege kinderjaren over de onsterfelijkheid, waarin hij beschrijft hoe men in deze wereld kan zijn en toch niet van deze wereld:
Onze geboorte is slechts een slaap en een vergeten,
de Ziel, die met ons oprijst, onze levensster,
ging ergens anders onder en komt van ver…..
Deze geestelijke poëzie zal ons helpen de betekenis van invocatie te begrijpen, ook, omdat deze zesde sleutel niet gemakkelijk in woorden beschreven kan worden en omdat de techniek van het gebruik van de vorige sleutels goed geleerd moet zijn. Alleen door het op de juiste manier hanteren van de vijfde sleutel kan de zesde succes brengen, d.w.z. men moet er zeker van zijn dat men het hogere zelf aanroept, het absoluut geestelijke, en niet het louter psychische, dat ons door zijn illusies dikwijls op het verkeerde pad brengt!
Toen de leerling op een keer de leraar vroeg om een maatstaf om te weten of het hogere zelf regeert, was het antwoord:
Deze is gemakkelijk te geven. Het hogere zelf is onpersoonlijk; het spoort aan tot zelfvergetelheid, tot liefde en vriendelijkheid; het schenkt ons medegevoel en verheven inspiraties. De lagere natuur is hebzuchtig, inhalig, op eigen voordeel uit, dikwijls haatdragend, onverzoenlijk en heftig.
Het hogere zelf is een geestelijke eenheid die zich hoog boven het lagere zelf verheft, zoals de zon de aarde beschijnt…. Is wat u ‘invalt’ of door uw wilskracht en aspiratie in u wordt opgeroepen zodanig dat het u aanspoort uw naaste goed te doen, dat het innerlijk vrede en troost geeft en vriendelijker en meer attent voor anderen maakt, dan komt het van het hogere deel. Deze hogere impuls kan een begeerte zijn, maar dat geldt niet voor het persoonlijke; het is een begeerte van de geest, een begeerte om groter te worden, meer te zijn, anderen te helpen, onrecht te vergeven en te vergeten…..
Uit: Levensvragen, door G. de Purucker
Het is daarom gemakkelijk te begrijpen dat het gebruik van de zesde sleutel invocatie, een idealist van ons maakt, maar ons tegelijkertijd met beide voeten op de grond plaatst, omdat er uitermate praktisch werk verlangd wordt. Zo iemand was de slaaf Varglon Fflamlas. Het komt hierop neer, dat als een mens een bewust zieleleven probeert te leiden, hij innerlijk een regelmatige invocatie zingt als een verheven gezang, zoals vermeld in de regels van John Keble. Wanneer een heel volk, een verzameling van mensen, als levende en bewuste zielen, streeft en werkt, is er onder dit volk een steeds groter wordende aanroep die kanalen opent voor geestelijke kracht, ja edele zielen in hun midden terugroept (zie de eerste en tweede sleutel).
Er bestaat in het Zweeds een gevleugeld woord:
‘Forsterlandet blir vad du tror och vill’ (het vaderland zal worden wat u gelooft en wilt), en
‘Du mäste handla som om hela landets framtid hängde pä dig och ingen annan.’ (u moet handelen alsof de toekomst van het hele land van u afhangt en van geen ander).
Luister naar de woorden van iemand die de mensheid liefhad:
Er is een zeker doel voor ons algemeen werk. Het is om een nieuwe kracht, een nieuwe stroming in de wereld op te wekken waardoor Gnanis (Ego’s) of wijzen uit lang vervlogen tijden aangetrokken zullen worden om hier en daar onder de mensen te incarneren en het ware leven en de ware levenskunst terug te brengen….
‘Ieder van ons moet zich tot een middelpunt van ‘licht’ maken, beelden oproepen, waardoor zodanige taferelen en gedachten op het astrale licht geprojecteerd worden, dat zij velen ten goede zullen beïnvloeden en op die manier een nieuwe stroming opwekken, om daardoor tenslotte de groten en goeden terug te roepen uit andere sferen. Dit is zeker geen spiritisme, want het doelt in geen enkel opzicht op de bewoners van het geestenrijk.
Uit: Brieven die mij hebben geholpen door William Quan Judge:
Als een mens zijn geestelijke visie verliest, verliest hij alles! Als dit met een volk gebeurt, kan zijn evolutie niet meer in stijgende lijn gaan.
Geestelijke visie betekent levenskracht en dat kan alleen ontstaan als er de ware universele kennis aan ten grondslag ligt. Dan komt er een levensfilosofie, gebaseerd op de structuur van de kosmos. Dan komt ook het sprankelende leven van de ziel, het oproepen van beelden en geestelijke idealen, in wat voor nederige of hoge positie men ook mag zijn; dan komt de invocatie en vloeit er door de kanalen uit de hogere gebieden van licht en leven een bestendige kracht Het was die innerlijke invocatie die de leerling naar het pad van inwijding voerde en hem deed zeggen:
O mijn goddelijkheid, doordring mij,
dat van vergankelijk, ik onvergankelijk moge worden,
dat van onvolmaakt, ik Volmaking moge worden,
dat ik vanuit het duister moge treden in het Licht.
-•-
Het merendeel van de mensheid zal nooit een grote ambitie tonen om de dingen te zien zoals ze zijn; heel onvolmaakte ideeën zullen hen steeds tevreden stellen. Op deze onvolmaakte denkbeelden berust en moet berusten datgene wat de wereld in het algemeen volgt. Dat sluit tevens in dat wie er zich toe zet de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn, zal ervaren dat hij tot een heel kleine groep of kring behoort; maar het is alleen door deze kleine groep die vastberaden haar werk doet dat de volledige denkbeelden ooit algemeen goed zullen worden.’
– Matthew Arnold.
<volgende>