De geschriften zeggen ’t juist, dat ieders leven
Gevolg is, broeders, van voorheen bestaan.
Eertijds bedreven kwaad brengt leed en zorgen,
Het goede vreugde aan.
Uit: Het Licht van Azië, bk, 8.
door Edwin Arnold
Er is een oud Nederlands gezegde dat luidt: “Wie goed doet, goed ontmoet.”
Wat is Karma? Karma is een Sanskriet woord en betekent “handeling”. De gedachte is, dat elke actie van een levende entiteit, hetzij een spirituele, mentale, psychologische, fysieke, of welke andere handeling dan ook, onmiddellijk, of op een later tijdstip, gevolgd wordt door een consequentie. De handeling is de oorzaak en het resultaat is het gevolg.
Wij gaan dit onderwerp presenteren door eerst het grondbeginsel van Karma te laten zien. Dan presenteren we de verschillende aspecten en aanvullingen en eindigen met het bereiken van verlichting door devotie.
Onwetendheid kunnen we vergelijken met een muur die ons uitzicht belemmert. Een gat in de muur waardoor wij een kijkje kunnen nemen naar de andere kant van de muur, is universele vrijheid, of verlichting. De gehele vernietiging van de muur is totale verlichting. Ken de Waarheid en wordt onmiddellijk vrij.
Het grondbeginsel is als volgt: er is slechts één universeel Element, (noemt het God of het Absolute) dat oneindig, ongeboren en onsterfelijk is. Al het overige in het heelal bestaat uit verschillende gemanifesteerde aspecten en transformaties van dat ene Element. Van kosmische tot microkosmische gevolgen. Het omvat het totale objectieve bestaan.
Het is aanwezig in de hele schepping. Na het heelal vanuit zichzelf te hebben voortgebracht, is het in alle wezens, zichtbare zowel als onzichtbare, als leven en bewustzijn binnengedrongen. Het beginsel heeft drie basiselementen: stof, ziel en geest. Deze drie vormen een drie-eenheid die wordt samengevat in het leven, dat alles doordringt. Stof is het voertuig voor de manifestatie van de ziel op dit bestaansgebied. De ziel is op een hoger gebied het voertuig voor de manifestatie van de geest.
De meeste Indiase religies en filosofieën geloven in karma en reïncarnatie. Het podium waar dit plaatsvindt heet saṁsāra. Saṁsāra is de cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte als gevolg van karma en onwetendheid. Het christendom noemt karma de voorzienigheid van God en in de Islam noemt het Kismet in het Turks (quisma in het Arabisch) ieder krijgt zijn deel.Het christendom zegt dat we moeten vertrouwen op voorzienigheid, maar gaat niet in op de details.
De wetenschap houdt zich bezig met ontdekkingen in de wereld van de natuurlijke zintuigen en heeft talrijke speculaties over de onderliggende oorzaken.
Elke student die de esoterische leringen volgt zal sommige dingen tijdelijk in vertrouwen moeten aannemen. Hij kan nu nog niet het bewijs krijgen, maar wel later door verlichting. Karma begint in het bewustzijn van de mens en is niet een oorzaak buiten de mens. De wet van karma is een morele wet binnen het bewustzijn van de mens. De wet kan niet plaatsvinden waar geen morele verantwoordelijkheid aanwezig is. Maar de wet van oorzaak en gevolg geldt voor alles in de natuur. De mens is altijd een web om zich heen aan het bouwen, door zijn woorden, daden, en gedachten. Net als een spin die een web bouwt vanuit zichzelf. Wij zouden dit het web van zijn lot kunnen noemen.
De mens zoekt genoegen en geluk waar het nooit gevonden kan worden. Al heel lang is ons geleerd dat het zinloos is geluk te zoeken in de zintuigen en begeerten. Zoals motten in een vlam vliegen, zo storten wij ons keer op keer in zintuiglijke genoegens in de hoop zintuiglijke vreugde te vinden. Wij keren keer op keer terug naar de zintuiglijke genoegens totdat wij dood gaan, dat is ons Karma. Maar wat de mens ook doet, de waarheid is één ding en voldoening vinden is heel wat anders. De menselijke natuur is erg behoudend. De mens doet iets één keer en dan vindt hij het soms al moeilijk om er weer afstand van te doen. Het denkvermogen wil liever geen andere gedachten ontvangen, omdat die ongemak brengen.
De mens leeft in een atmosfeer van gedachten zoals vissen in het water. We moeten bedenken dat gedachten dingen zijn, werkelijke wezens. Zij hebben vasthoudendheid, samenhang en leven. Een gedachte is een daad. Deze is een krachtige energie, vooral wanneer hij is vergezeld van een verlangen of een emotie. Als deze energie ons verlaat, kunnen we die nimmer terughalen. Zij zal hoogwaarschijnlijk terugkomen en wij zullen zelf de vruchten ervan plukken; zo vormen we gewoonten.
Maar van waar komen de gedachten die ons denkvermogen binnendringen? Ze moeten uit een gedachteatmosfeer komen waar wij ze uithalen en weer heen terugsturen. Niemand kan een zonde alleen begaan, want de kennis van waarheid berooft ons van het excuus om in het geheim te zondigen en te vluchten voor het kwaad dat wij verrichten jegens onze medemens. Wij lijden aan gebrek aan solidariteit en verzaken onze plicht jegens anderen. Onze kwade gedachten vergiftigen de atmosfeer die anderen weer met hun denken opnemen; maar ook zullen onze edele gedachten anderen helpen via de onzichtbare kanalen van communicatie. Het karma van de aarde is begonnen in het verleden, te ver in het verleden om terug te halen.
Hoe kunnen we de natuurrampen zoals een vloedgolf (of tsunami) verklaren. De oorzaak van een tsunami kan onmiddellijk worden herleid tot een zeebeving. Maar de werkelijke oorzaak is de dynamische kracht van menselijke gedachten. Karma is de oneindige neiging van het heelal de balans of harmonie te herstellen en deze werkt onophoudelijk. Karma werkt in alle dingen, van het kleinste atoom tot Brahmā de scheppende geest van het universum. Geen plek in het zichtbare heelal is vrijgesteld van de invloed ervan.
Theosofie verwerpt het westerse theologische dogma van een nieuw geschapen ziel voor elke pasgeboren baby, omdat dit in de werking van de natuur onmogelijk is. Zij onderwijst de onsterfelijkheid van de “hogere ego,” met in zijn schaduw het menselijke denkvermogen, beperkt door de stoffelijk zintuigen. Menselijke ego’s evolueren, worden steeds volmaakter, doordat zij de behaalde resultaten van opeenvolgende persoonlijkheden in zich opnemen. Dit is volstrekt noodzakelijk met het oog op de leringen over wedergeboorte en karma. Zoals de oorzaak is, zo zal het gevolg zijn. Als oorzaken begrensd zijn, zijn ook gevolgen begrensd.
Het hele leven hier is niets vergeleken met het eeuwige. Als er eeuwige straffen zouden zijn (hel), dan zou dat betekenen, dat er een eeuwig gevolg is vanuit een begrensde oorzaak, en dit is onmogelijk. Al zou men zijn hele leven niets dan goed doen dan komt men nog niet in een eeuwige hemel, want hoe zou een begrensde oorzaak ooit een onbegrensd gevolg kunnen hebben?
Het christelijke dogma van boetedoening en verlossing door gebed verheft de moraliteit van de mens niet. Dit schadelijke dogma van plaatsvervangend lijden betekent dat wij onze verantwoordelijkheid ontwijken. Bijvoorbeeld: wanneer de wind waait, vangen vaartuigen met hun zeilen open de wind en gaan vooruit, maar de boten met opgerolde zeilen vangen de wind niet. Is het de fout van de wind? De wind waait evengoed voor heiligen als voor zondaren. Is het de fout van onze genadige vader dat sommige mensen gelukkig zijn en anderen ongelukkig? Diegenen die de schuld geven aan anderen zijn in feite zielige mensen. De poging om de schuld te leggen bij anderen verzwakt hen slechts. Neem de hele verantwoordelijkheid op je eigen schouders en weet dat jij de schepper bent van jouw eigen lot. Wij oogsten wat we zaaien. Hoe kan een moreel systeem voortkomen uit angst? Dit kan niet. Liefde kan nooit uit angst komen. De basis van liefde is vrijheid.
Er is een aspect van ons denkvermogen dat van heel fundamentele aard is, de zogenaamde “grond- of volkstuin van het denkvermogen”. Deze fungeert als een opslagplaats waar de indrukken van vroegere daden als zaden liggen opgeslagen. Ze manifesteren zich en ontkiemen wanneer de juiste omstandigheden en situaties zich voordoen in ons leven.
Als we de neiging hebben volgens een bepaald patroon te denken, of dat nu positief of negatief is, worden deze gewoonten geactiveerd. Ze zullen zich eenvoudig herhalen en zich blijven herhalen. Door voortdurende herhaling slijten onze neigingen en gewoonten in, en krijgen steeds meer macht. Aldus bepalen zij uiteindelijk ons leven, onze dood en onze wedergeboorte.
“Zaai een daad en u oogst een gewoonte. Zaai een gewoonte en u oogst een lot, omdat gewoonten een karakter opbouwen. Dit is de volgorde: een daad, een gewoonte, een karakter en een lot. U bent de schepper van uzelf.”
Een andere manier om karma te illustreren: Beschouw met mij het individuele bestaan als een koord dat zich zowel in verleden als in de toekomst tot in het oneindige uitstrekt, het heeft geen begin en geen einde en het kan evenmin worden gebroken. Dit koord wordt door ontelbare fijne draden gevormd die dicht aaneenliggen en de dikte ervan vormen. Deze draden zijn kleurloos, enorm sterk en zonder oneffenheden. Dit koord dat alle plaatsen doorloopt, maakt vreemde toestanden mee. Heel vaak blijft een draad haken en komt vast te zitten en wordt misschien met geweld van zijn gelijkmatige pad gebracht. Dan zit hij misschien voor lange tijd in de war en brengt het geheel tot wanorde. Soms wordt er een met vuil of met verf besmeurd; en loopt de vlek niet alleen verder uit dan de plek van aanraking, maar verkleurt ook andere draden. En bedenk dat die draden leven – ze zijn te vergelijken met elektriciteitskabels, sterker nog, ze zijn als trillende zenuwen. Hoever zal een vlek, een ruk in de verkeerde richting, doorwerken! Maar uiteindelijk komen de lange strengen, de levende draden die in hun ononderbroken continuïteit het individu vormen, uit de schaduw en gaan in de richting van het licht. Dan zijn de draden niet langer kleurloos, maar als van goud. Ze zijn in harmonie met elkaar; en vanuit die harmonie wordt de grotere harmonie waargenomen.
Dit voorbeeld geeft maar een klein gedeelte weer – één enkel aspect van de waarheid: het is nog minder dan een fragment. Blijf er evenwel bij stilstaan, het kan je helpen om meer waar te nemen. Eerst moeten we begrijpen dat de toekomst niet willekeurig wordt gevormd door de afzonderlijke daden van het heden, maar dat de hele toekomst een ononderbroken continuïteit vormt met het heden, zoals het heden dat vormt met het verleden. Op één gebied, vanuit één standpunt gezien, is het beeld van het koord juist.
Onze goede vriend Confucius zei, “een beeld, zegt duizend woorden”. De waarheid, betreffende het leven van de ziel vindt men niet in een bepaalde richting van het kompas; zij is overal in de hele cirkel en zij die haar in één streek zoeken, zullen haar niet vinden.
Het ware incarnerende grondbeginsel, de reïncarnerende Ego, verandert niet. De tekortkomingen, gebreken en vooral de hartstochten van het voorafgaande leven worden, door wetten van verwantschap en overbrenging, de kiemen van de toekomstige ontwikkelingscapaciteiten van de lagere (dierlijke) ziel. Het is alleen de persoonlijkheid die verandert, omdat deze nieuwe hersenen en een nieuw lichaam ter beschikking heeft gekregen.
Karma leidt de karaktertrekken en opvallende morele eigenschappen van de oude “persoonlijkheid”. Deze eigenschappen en hartstochten volgen en klampen zich vast aan de, in ontwikkeling zijnde persoonlijkheid van het kind. De nieuwe persoon is de onveranderde nakomeling van de gewezen mens. Aldus heeft elk kind dat op aarde geboren wordt zijn eigen karakter, dat zich ontvouwt tijdens zijn groeien. Het kind gebruikt de materialen van zijn ouders en omgeving, zoals een groeiende plant de materialen van de aarde en lucht gebruikt. De eigenschappen en hartstochten zijn de gereedschappen en wapens van de karmische wet.
Karma is genadig en rechtvaardig. Genade zonder rechtvaardigheid is niet mogelijk in de werkingen van karma. Karma is leerzaam, niet vergeldend. Aangename ervaringen verzwakken het karakter, brengen lijden mee; maar datzelfde lijden versterkt op zijn buurt het karakter.
In het hindoeïsme noemt men gewoonlijk drie soorten karma:
(1) De huidig werkende in dit leven, door de juiste omstandigheden;
(2) Dat wat nu gemaakt wordt en opgeborgen voor de toekomst;
(3) Karma overgehouden van vorige levens en nog niet werkzaam wegens ongeschikte omstandigheden of door de kracht van het karma dat nu werkzaam is.
We kunnen de samenstellende natuur van de mens illustreren met het volgende voorbeeld. Stel de belichaamde ziel als de passagier in een wagen voor. Het denkvermogen als de wagenmenner, de wil als de teugels, de zintuigen als het paard en de dingen die de zintuigen lokken, als de weg. De persoon wiens paarden goed getemd zijn, de teugels strak en goed in de hand gehouden door de menner, zal zijn doel bereiken, wat de Allerhoogste staat van hem is, het Alomtegenwoordige. Maar voor de persoon, wiens teugels slap zijn, wordt het de ondergang.
Tot slot: Hoe kunnen we universele vrijheid bereiken, of het oude Nederlandse spreekwoord; “Wie goed doet, goed ontmoet” in praktijk brengen? Verlang niet zaad voor eigen oogst te zaaien; verlang alleen dat zaad te zaaien waarvan de vruchten de wereld zullen voeden. U bent een deel van de wereld; door haar voedsel te geven, voedt u uzelf. Leef voor het verbeteren van de wereld zonder enige beloning. Dan en alleen dan zullen we begrijpen wat liefde is. Wanneer we echt beginnen liefde voor de wereld te hebben, dan begrijpen we wat bedoeld wordt met de broederschap van de mensheid, en niet eerder.
De wetten van karma kunnen pas werkelijk begrepen worden als ze je niet langer meesleuren. De Boeddha zei dat alleen door devotie je absolute waarheid kunt realiseren. Devotie betekent zich in een continu vredig en voortbewegende toestand bevinden. Het is de zuiverste, snelste, en eenvoudigste manier om de muur te vernietigen die ons zicht op de waarheid verhindert.
– Nivard Vas