Home » De derde sleutel: De verbeeldingskracht: je wordt wat je denkt

De derde sleutel: De verbeeldingskracht: je wordt wat je denkt

Print Friendly, PDF & Email


<Inhoudsopgave>

De magische sleutel - kaft 3

III. De derde sleutel – die het gebruik van de eerste twee veel gemakkelijker maakt, maar – zoals met alle toversleutels – alleen met de juiste motieven gebruikt mag worden.

De verbeeldingskracht: je wordt wat je denkt

Het is wel wonderlijk te bedenken dat, terwijl jij luistert naar de radio, afgestemd op een bepaalde golflengte, alle andere golflengtes waarop wordt uitgezonden in de wereld, ook door dit apparaat zouden kunnen worden voortgebracht. Dat wil zeggen, terwijl jij alleen een bepaalde golflengte hoort, gaan de trillingen van de andere golven dwars door alles heen, door de wereld, door je kamer, door je lichaam, en je ontvangt alleen maar op dat ene moment die trillingen in de ether die jij je toestel laat opvangen.

Stel je voor dat de mens een nog subtieler radiotoestel is (en tegelijk ook een zwakke of sterke zender!) en dat hij zijn psychische en geestelijke centra van bewustzijn ook kan afstemmen op de psychische en geestelijke vibraties die door de gebieden van het heelal stromen. Maak dan het beeld nog vollediger door je te herinneren dat volgens eerdere ideeën van de wetenschap datgene wat wij stof noemen, bij diepgaand onderzoek, zich in ijlere en fijnere substanties oplost en tenslotte waargenomen wordt als stralende centra van energie of licht, of zo je wilt, elektromagnetisme.

Wat een machtig beeld! Het door elkaar vloeien van die talrijke vibraties in de kosmos zonder dat ze elkaar onderling hinderen! En dan beperken wij ons nog maar tot die zaken die we nu in deze fase van evolutie kunnen waarnemen. Wat moet er nog meer in dit universum wonen, welke trillingen kunnen er zijn op die innerlijke etherische gebieden die onze instrumenten niet kunnen registreren![‡] We weten dat geluid- en lichtgolven niet ophouden waar wij ze niet meer kunnen waarnemen met onze beperkte organen, maar tot in het oneindige doorgaan!

Denk over dit beeld eens rustig na en je zal grootse inzichten krijgen in de structuur van dit heelal om ons heen. Je zult begrijpen dat de vibraties waarop je kan afstemmen ergens uitgezonden moeten worden, dat er velerlei soorten kosmische trillingen moeten zijn, wat voor namen wij er ook aan geven. En dat, zoals het water terugrimpelt naar de oorsprong van de kringen – d.i. de plaats waar de steen viel – tot de oppervlakte weer vlak is, er ook in de kosmos zulke terugrimpelingen moeten plaatshebben. Dat er even zoveel gebieden moeten zijn in het heelal als er vibraties zijn (in het huis van mijn Vader zijn vele woningen) en dat op die gebieden bewustzijn te verkrijgen is als wij ons ‘toestel’ er op konden afstemmen.

Bij verdere studie zul je ontdekken dat in de oude religies en filosofieën deze gesteldheid van de kosmos al bekend was en kan worden omschreven als ‘de leer van de hiërarchieën’.

Een wondere leer van oneindige reeksen van wezens, hoger en lager dan de mens, van goden en supergoden, levend en werkend op vele gebieden in het heelal, met deze bijzondere aanduiding dat de hoger ontwikkelde entiteiten in hun bewustzijn steeds konden afdalen in de lagere gebieden en de wezens daar helpen; zoals wij als mensen bijvoorbeeld de dieren en planten helpen, althans behoren te helpen in hun fase van ontwikkeling.

Inderdaad, deze prachtige leer van de hiërarchieën zal je licht, veel licht brengen!

Wat ons nu bezighoudt is de conclusie die wij uit het voorafgaande trekken, namelijk dat wat wij mensen kennen als onze gedachten en gevoelens, de subtiele werktuigen van de verbeeldingskracht, (als deze gedachten en gevoelens krachtig en beeldend zijn!), evenzeer beschouwd moeten worden als energieën, vibraties of trillingen die worden uitgezonden en terugrimpelen naar de bron, waaruit ze ontsprongen. Dit voert ons tot de derde ‘magische sleutel’.

Het gebruik van de eerste twee heeft ons tot het besef gebracht dat in dit eeuwig bewegende heelal de mens, bewust of onbewust, op het machtige ritme voort gedragen, leven na leven op deze aarde verschijnt, de draad van ervaring en ontwikkeling weer opneemt, en daarbij door denken, voelen en handelen dynamische krachten uitzendt.

Gezien de structuur van dit heelal met zijn harmonisch ritme, ontvangt een wezen de door hem uitgezonden energieën terug in overeenstemming met de kracht waarmee ze vroeger of later werden ontwikkeld. Naar de mate van de menselijke bewustwording hiervan is hij zijn eigen verlosser, want hij zal, indien hij dit eenmaal terdege beseft, zorgen, dat de dynamische krachten die van hem uitgaan, in harmonie zijn met het oneindige, zodat ze uitsluitend zegenrijke gevolgen kunnen hebben in hun terugrimpeling! Hij zal aan de deur van zijn Gedachten-Tempel als wachter staan om toe te zien dat niets dan edele dingen komen en gaan; hij zal in zijn harteleven alleen die gevoelens toelaten, die veredelen en louteren. Kortom, hij zal de ontzaglijke macht gaan beseffen van deze derde sleutel: verbeeldingskracht. Datgene waardoor de kunstenaars het vuur van de Olympus naar de aarde brachten, datgene wat uitvinders liet slagen in hun ontdekkingen, datgene wat alle grote en edele dingen in deze wereld voorafging!

Er wordt in deze tijd veel geschreven en gepraat over psychologie, maar wanneer de tweevoudigheid van het menselijk wezen bestudeerd en de macht van de verbeeldingskracht in het juiste licht gezien wordt, zal alles zo uitermate eenvoudig en tegelijkertijd inspirerend zijn, dat een kind het kan begrijpen. Want de werkelijke psychologie van de geest (pneumatologie zou misschien een beter woord zijn) de ziels-psychologie, is nog steeds zo eenvoudig als de hoofdbegrippen van een werk als de Dao-de-Zing van Lao-zu, Het Licht van Azië[§], of van de Bergrede.

Bij de studie van zulke geschriften raakt men nooit verstrikt in zuiver verstandelijke voorstellingen, die weliswaar bevredigend kunnen zijn, maar die dikwijls niet meer brengen dan een flitsend intellectueel vuurwerk en geen levensfilosofie. De huidige studies van de zogenaamde psychologie blijken veelal alleen de psyche, de lagere ziel, en daardoor de abnormale en onbeheerste uitingen daarvan te omvatten, in plaats van de edele werking van wat Plato ‘nous’ noemde, het hogere werkelijk geestelijke bewustzijn in de mens, de eeuwigheidpelgrim.

Om duidelijk te maken welk een macht deze derde sleutel: Verbeeldingskracht, is en hoe voorzichtig men dus in het gebruik ervan moet zijn, halen wij aan uit de leringen van een grote denker en leraar:

Zeg mij, o leraar, wat een gedachte eigenlijk is.

Een gedachte is iets wezenlijks; het is een levend ding. Al de vele en onderscheiden openbaringen van de Natuur op het gebied van de differentiaties berusten op het feit dat zich in het hart van elk van deze een goddelijke gedachte, een zaad van het goddelijke bevindt dat bestemd is door de aeonen heen te groeien tot het inherente leven, de individualiteit, waarna de kracht van dat zaad tot min of meer volkomen openbaring zal worden. Het is op die manier dat een godzaad of Monade op zijn beurt een goddelijk wezen, een zelfbewuste god, een kind van het kosmisch goddelijke wordt. Gedachten zijn dingen, omdat gedachten substantieel zijn. Gedachten zijn substantiële levensvormen, alleen bestaan ze niet uit de substantie van onze stoffelijke wereld, maar uit etherische substantie.

‘De mens is een brandpunt van scheppende vermogens; hij is een brandpunt van krachten en werpt zonder ophouden allerlei stromen en rivieren van leventjes uit. Deze atomische levens, deze levensatomen, verlaten hem door middel van zijn stoffelijke emanaties. Zij vinden ook een uitweg door zijn denkorgaan, en in zijn denken zijn het de gedachten die in de gedachteatmosfeer van de wereld worden geworpen. Iedere gedachte is een levend iets omdat zij natuurlijk geen fractie van een seconde zou kunnen blijven bestaan zonder de ene of andere individualiteit die er de kern en het wezen van uitmaakt en haar in geïndividualiseerde vorm tezamen houdt…

… Een vriendelijke gedachte die je aan een ander toestuurt, is voor hem of haar een bescherming. Zo te denken is iets moois, iets menselijks, iets dat inderdaad ieder normaal denkend mens graag doet.

… Het zaaien van gedachtezaden is niet zonder verantwoordelijkheid. Iedereen die gedachtezaden in het innerlijk van zijn medemensen zaait, wordt daarvoor door de natuurwet strikt aansprakelijk gesteld. De natuur verkeert niet in een toestand van anarchie; ze is in ieder opzicht onderworpen aan de wet van oorzaak en gevolg. Maar ook al wordt hierdoor een zware verantwoordelijkheid geladen op iedereen die anderen onderwijst en die op deze manier gedachte en gevoel in hen overbrengt, de beloning voor een edele daad blijft nooit uit. Het resultaat is groter dan je weet.

… Zo stort de mens dus steeds weer zijn levenskracht uit. De levensstromen die van hem uitgaan geven leven, een streven naar evolutie en verschillende karaktertrekken aan de wezens van de rijken die lager dan dat van de mensen staan, omdat deze rijken onder de mens de ontwikkelde producten van de gedachte en levensemanaties van het mensenras zijn.

… Zo zal dus zelfs een gedachte over een ster die ster bereiken, hoewel natuurlijk met uiterst gering effect; niettemin stelt dit feit een wondervolle waarheid in het licht. Het is bovendien een waarheid die ons tot nadenken stemt. Ja, onze gedachten beroeren zelfs de sterren. En zij, van wie de innerlijke visie meer geopend is en die begrijpen dat de lichtende sterren, over het nachtelijk uitspansel verspreid, slechts het stoffelijk hulsel zijn van een innerlijke en schitterende vlam van bewustzijn, die zich als de glans van deze kosmische zonnen openbaart – evenals uw bewustzijn zich door u openbaart – zij, die aldus op weg zijn Zieners te worden, hebben gedachten die de zonnen en de sterren bereiken. Ieder is een kind van een zon en dus een atoom van geestelijke energie. Welke vader zal zijn kind niet kennen of niet het oor lenen aan zijn zwakke kreet?

Uit: Levensvragen, door G. de Purucker).

Stel je eens een ogenblik voor dat alles in de wereld van nu, zoals ooit in de toekomstige samenleving waar jij en ik weer zullen zijn, de opvoeding, de omgang van mensen met elkaar, de literatuur, kortom het hele bestaan, op bovenstaande wetenschap gebaseerd zou zijn; zie je niet dat deze oude wereld dan een heerlijke plaats zou worden? Dat de enkeling en de gemeenschap heel andere normen zouden aanleggen voor elkaars bestaan, en non-broederlijkheid zou worden gezien als ‘de waanzin van deze eeuw’, zoals eens een denker het uitdrukte? Te idealistisch getint? Wat nieuw klinkt (maar in werkelijkheid zo oud is als de wereld) maakt dikwijls eerst de indruk onmogelijk te zijn; maar kijk hoe steeds het werk van pioniers en idealisten bevestigd is geworden.

Probeer deze derde sleutel: richt je Verbeeldingskracht op het goede, zeven weken lang, daarna misschien zeven maanden of jaren, en ervaar de occulte wet: je wordt op den duur datgene waarmee je je in je verbeelding vereenzelvigt, d.i. het beeld dat je van jezelf en de wereld maakt. Het bewijs hiervan kan je alleen maar op één manier krijgen: door het te doen. Je leert dan ook heel voorzichtig te worden: je ervaart dat je wordt wat je lief hebt – want je maakt er immers beelden van en die trekken je aan. Deze aantrekking vereenzelvigt je er meer en meer mee. Lees daarom boeken over mooie en bezielende dingen, over de natuur, de sterrenhemel, over de levens van edele mannen en vrouwen. Je houdt daardoor je gedachteleven voortdurend op een hoger plan.

Je merkt, dat haat – ook een energie, een beeld – evenzeer en ondanks al je strijd, een vereenzelviging teweegbrengt. Want je maakt ook dan beelden, denkt er aan en je wordt erdoor aangetrokken. Daarom zal je het woord van de wijzen gaan begrijpen: ‘haat wordt slechts door liefde overwonnen’, want het eerste richt zich tegen de ritmische beweging van de kosmos; maar de liefde is in wezen dit goddelijk ritme van het universum zelf, en daarom overwint het!

Je zal hierdoor in aanraking komen met een bijzondere kosmische gedachte: evolutie is een proces van binnenuit. Alle ware ontwikkeling en vooruitgang komen uit het innerlijk van ons wezen, alleen daardoor is er ware groei. Evolutie betekent dat de mens hoger en hoger stijgt in verstandelijke en geestelijke ontplooiing, zodat het voortdurend het goddelijke in zich door verbeeldingskracht en wil ontwikkelt. Wat eerst een mogelijkheid scheen, wordt werkelijkheid!

Grotere dingen dan deze zult gij doen.’

Deze visie van evolutie leidt tot de ervaring die op een gegeven moment moet komen, ondanks al ons typisch westers intellectueel denken, dat er op dit pad van ontwikkeling menselijke wezens zijn voorgegaan die werkelijk grote Zielen zijn geworden door eigen inspanning, Meesters inderdaad van leven en dood, door sommigen Meesters van Liefde en Mededogen genoemd. (Zie de vierde Sleutel).

Groot is de macht van deze derde sleutel!

Ik geloof niet aan wonderen, maar ik denk dat de verbeelding een wonderlijke en scheppende kracht heeft. Als we haar laten opstijgen tot de wereld van spirituele en scheppende gedachten – en niet aarzelen om dit te doen – kan zij scheppen wat niet minder dan wonderen schijnen te zijn. Maar de verbeelding is tweevoudig, zoals alles. Zo vernietigend als zij is als ze in verkeerde banen wordt geleid, zo creatief en opbouwend is ze op een hoger gebied.

O, macht van verbeelding! Er wordt een beroep gedaan op een mystieke wet als je je iets groots voorstelt, want je opent de deur tot nieuwe vermogens in jezelf. Machtige invloeden, zowel in als buiten je worden opgewekt en tot handeling aangespoord. Probeer in je verbeelding aan je aspiraties uitdrukking te geven. Vorm je een beeld van je geestelijke idealen, een beeld van het geestelijke leven zoals jij weet dat het is, en draag het met je mee, iedere dag. Denk eraan als aan een vriend. Draag het met je mee bij het ochtend-, middag- en avondeten, en voor je het weet is er een nieuw leven geboren. Voor je het weet is het ideaal werkelijkheid geworden en heb je jouw plaats gevonden als een schepper in het grote Levensplan.’

‘Het licht van het goddelijke’

uit: Het pad van de mysticus, door Katherine Tingley

-•-

O Gouden Zon, met uw verheven luister,

vervul ons gemoed en verlicht onze geest;

dat wij onze eenheid beseffen met het

goddelijk hart van ’t Heelal,

dat wij mogen zien en betreden het Pad,

het pad dat ons voert naar de poort,

naar de verre poort van volmaking,

geleid door uw stralend Licht.

Gāyatrī, een hymne uit de Rigveda

vertaald door G. de Purucker.

<volgende>