Home » De zevende sleutel: Inwijding

De zevende sleutel: Inwijding

Print Friendly, PDF & Email

<Inhoudsopgave>

 

De magische sleutel - kaft 7

VII. De zevende sleutel – een meester-sleutel, die men kan hanteren als de vorige sleutels vele malen zijn omgedraaid

 

Inwijding

 

Men kan zijn hele leven de techniek van een Rembrandt bestuderen, maar dat betekent niet dat men in een zeker leven de hoogte van deze meester van de schilderkunst zal bereiken. Maar als we de liefde tot de kunst en de mogelijkheden van ontwikkeling in ons hebben, zullen we wel onmiddellijk de grootsheid van de Leidse schilder kunnen herkennen en aan de insignia majestatis, de tekenen van majesteit, ook andere grote werken kunnen toetsen en ze daardoor herkennen.

We mogen misschien een bescheiden musicus zijn, het feit dat wij ‘muziek in onze ziel’ hebben, stelt ons in staat te vermoeden welke machtige harmonieën zulke meesters als Mozart en Beethoven en andere moeten hebben opgevangen met hun innerlijk oor uit de geheimzinnige sferen van de aether.

Als we de werken van Plato lezen, kunnen we misschien niet alles bevatten; niettemin voelen we dat we in aanraking zijn gekomen met een meester van het denkvermogen. Als de takken, bladeren en vruchten van een boom getuigen van goede levenssappen en gezondheid, weten wij dat het met de wortels en de stam van de boom in orde moet zijn.

Dit is een maatstaf voor de beoordeling van hetgeen we in het leven ervaren en zijn aanwijzingen die wij op bepaalde stadia in ons bestaan krijgen. Als de zeven ‘magische sleutels’ niets voor je geopend hebben, leg ze dan opzij. Maar analyseer je reacties en beantwoord de vraag: waarom! De held van het boek De Lotgevallen van de Prinsen van Dyfed van Kenneth Morris, Dienw’r Anfodion of Manawyddan, uit de Welse mythologie, de man, ‘die zijn naam en afkomst vergeten was’, beleeft veel wonderlijke avonturen, maar telkens als hij zijn eigen reacties bestudeerd heeft, leert hij zich zelf zien en overwint door het hogere zelf, het persoonlijke zelf. Tot hij tenslotte door de verheven bard naar de toverketel van koningin Ceridwen wordt gevoerd en op de gele kalfsvel-mat in sluimering wegzakt en de naam ontvangt van Manawyddan, de Zoon van het Grenzenloze.

Als je een boek over sterrenkunde leest, wordt je misschien eerst duizelig van de onmetelijkheid van tijd en ruimte en van de miljoenen en biljoenen lichtjaren die de zonnestelsels van elkaar afstaan en van het aantal melkwegstelsels dat er in de eindeloosheid van de ruimte bestaat. Maar als je dan leest dat soortgelijke verhoudingen op een andere schaal ook bestaan in het oneindig kleine, in de wereld van de atomen, dat er in de hiërarchie van je eigen lichaam eveneens gewerkt kan worden met soortgelijke cijfers en getallen, dan kan je dat aan het denken zetten en komt er misschien een tijd dat het ongewone gewoon wordt.

Terugblikkend op je leven en de illusies bekijkend die je beheersten toen je in de periode van de ‘onbezonnen jeugd’ vertoefde, leer je je eigen ervaringen op de juiste wijze waarderen en kom je tot de slotsom dat er evolutie, groei heeft plaatsgevonden.

Er is ongetwijfeld meer evenwicht tussen geest, verstand en de stoffelijke aspecten gekomen en daardoor kwam er groei. Als daarom het gebruik van deze sleutels niet zou helpen dit evenwicht te bereiken, moet je ze laten rusten. Maar niet afkeuren dat iemand anders ze wel gebruikt; een waarheid kan alleen onze waarheid worden als we die getoetst en beleefd, zelf ervaren en ontdekt hebben.

Je zult hebben begrepen dat het gebruik van de zesde sleutel een ervaring is die zich in woorden niet makkelijk laat beschrijven. Meer nog is dit het geval met de zevende, de meester-sleutel: Inwijding – inwijding tot hoger licht, waardoor de mens rechtstreeks op het pad komt dat naar meesterschap over leven en dood voert. Dat laatste mag voor sommige mensen vreemd klinken – maar zoals gezegd, wat eerst vreemd klinkt hoeft niet onwaar te zijn. In de geschiedenis brachten de pioniers op wetenschappelijke en vele andere gebieden dikwijls iets ‘vreemds’, iets ‘ongelooflijks’ (Galilei!), maar hun werk werd later wel degelijk erkend.

Het is ons uit de behandeling van de ‘sleutels’ duidelijk geworden dat er evolutie is voor individu en ras; dat dit het doel van het leven moet zijn en dat er op de evolutionaire ‘reis’ menselijke wezens ons moeten zijn voorgegaan. Zij hadden, door mee te werken met het kosmisch ritme, een versnelde ontwikkeling doorgemaakt en werden daardoor meesters in de levenskunst. Zij zijn in alle tijden en onder alle volken bekend geweest en hun edelste naam is: Meesters van Liefde en Mededogen, omdat zij hun leven en werk gebaseerd hadden op deze eigenschappen van het hart van de kosmos. Als liefde en mededogen niet het hart van het heelal zouden vormen, dan bestond dit geheimzinnig ‘magnetisme’ van zon tot planeet niet, evenmin als dat van zonnestelsel tot de Melkweg. Wat een chaos zou het zijn in plaats van deze duidelijke wetmatigheden en harmonie in de sferen rondom ons.

Hoe moeilijk dus ook het gebruik van deze zevende sleutel in woorden te omschrijven is, er kunnen enige wenken worden gegeven in welke richting men zou kunnen denken. Het is een bijzonder mystieke sleutel die slechts geleidelijk kan worden gebruikt. Anders zou het ons vergaan als iemand die plotseling met het blote oog in het zonlicht staart – daarom worden we geleidelijk ingewijd. Anderzijds kunnen we ook de geweldige techniek over de aswenteling van aarde om de zon bestuderen en alles weten van de atmosfeer en toch een stralende zonsondergang in al zijn luister en pracht missen!

Daarom moet je voorlopig genoegen nemen met deze wenk: Er bestaat een Pad van versnelde evolutie waarop een mens de rechtstreekse hulp ontvangt van verder gevorderden, omdat hij die hulp door zijn leven en werken verdient.

Er komt in de menselijke evolutie een tijd dat de mens een punt bereikt dat hij al zijn krachten – geestelijke, intellectuele, psychische, astrale, vitale, fysieke, ja alles – op dat ene doel wil concentreren: zich te vormen tot een geschikte dienaar en helper van zijn medemensen, zonder dat hij door andere plichten wordt afgeleid. Dit wordt chelaschap genoemd, leerlingschap. Maar zo’n discipel te zijn is maar weinigen gegeven…. Zij hebben zich verbonden om hun leven aan de wereld te offeren…. en al wat zij hebben te geven aan de heiligste zaak – die zij kennen.

Het leven van de leerling is iets schoons en de eerste regel is: te leven om voor de mensheid een zegen te zijn, samen met een zuivere levenswandel, een onbedorven hart, een leergierig verstand en een onbelemmerd geestelijk waarnemingsvermogen….

Het leven van de leerling is inderdaad de eenvoudigste zaak van de wereld: vriendelijk, welwillend, rechtvaardig zijn en de geestelijke en intellectuele vermogens aan te kweken. Laat je nooit door woede of hartstocht meeslepen. Niet alleen win je daarmee niets, maar ze hebben een slecht karma tot gevolg dat je op zekere dag onder ogen zult moeten zien.

Vergeef jezelf, wees onpersoonlijk en verbindt je niet met de materie. Wees groot van hart en groot van ziel en dan kan je hoger komen…. Draag onrecht met gelijkmoedigheid; daardoor wordt je grootmoedig – groot van hart…. Bescherm anderen, maar denk er niet aan jezelf te beschermen.

Vergeef beledigingen. Met een hart vol van liefde voor al wat is, een volledig en volkomen vergeving van alle vernederingen, vroegere, tegenwoordige en toekomstige, omringt de leerling zich met een sterke beschermende macht….’

Uit: Levensvragen, door G. de Purucker).

Hoe meer wij over de woorden die wij hierboven van een kenner van het leven aanhaalden en nadenken, hoe meer wij de schoonheid zullen zien van dit innerlijke mystieke Pad van Inwijding – het einddoel van het juiste gebruik van de sleutels in de voorgaande fragmenten. Diegene die de innerlijke betekenis van de Bergrede heeft begrepen, begrijpt dat Christus dit inwijdingspad kende. Als je dan de leer van het achtvoudige pad van de Boeddha daarmee vergelijkt en de zeven (of tien) verheven deugden en vervolgens de gedachten van Lao-Tse, dan zul je constateren dat de innerlijke leringen van alle grote godsdiensten en filosofieën leiden tot ditzelfde pad. (Een vergelijkende studie van religies en filosofieën brengt veel duidelijkheid en maakt ons heel tolerant.)

We kunnen niet, zoals bij de vorige, bij deze sleutel zeggen: pas hem toe, maar zoals we eerder over de techniek van een Rembrandt schreven, kunnen we het advies geven: bestudeer de techniek en zie wat deze je brengt.

Er kan een tijd komen dat je alles net zo eenvoudig vindt als de schoonheid en de openbaring van een ontluikende bloem; van een nooit falende pracht van de terugkerende lente van de zonsopgang, of de zonsondergang met zijn boodschap van licht en blijheid.

Dan zul je echt gelukkig worden, want je zult de vreugde en het geluk niet voor je zelf houden, maar op het kosmisch ritme verspreiden voor alles wat leeft.

Heb dan de moed om jezelf uit te dagen! Iedereen kan die roepstem horen en als je verdergaat zal het licht van de overwinning om je heen stralen. Je zult dan, omdat je iets van het pad afweet, de woorden begrijpen uit het Boek van de gulden voorschriften:

‘U bent ingelicht – kies uw weg.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Kijk naar het zachte licht dat de oostelijke hemel overstroomt. Hemel en aarde gaan samen in hun uitingen van heerlijkheid. Uit de viervoudig geopenbaarde krachten stijgt een liefdeslied op, zowel uit het vlammende Vuur en het stromende Water als uit de zoete Aarde en de jagende Wind.

Luister! …. Uit de diepe, onpeilbare maalstroom van het Gouden Licht waarin de Overwinnaar baadt, rijst de woordeloze stem van de HELE NATUUR in duizend tonen om te verkondigen:

Vreugde zij u, o mensen van Myalba!

Een pelgrim is teruggekeerd ‘van de andere oever’

Een nieuwe Arhan is geboren.

 

VREDE VOOR ALLE SCHEPSELEN.

 

 

ECHO

Ergens wonen de goden –

zij wachten, wachten

in eenzame velden

op jou en op mij;

zij schrijden, schrijden

langs stille paden

soms statig voorbij.

Ergens beiden de goden –

zij schouwen, schouwen

in eenzame harten

van jou en van mij;

zij offren, offren

immer zichzelve,

bij wisslend getij.

Ergens wonen de goden –

zij waken en werken

in eenzame oorden

voor jou en voor mij;

zij wachten, wachten

op een gelofte

van jou en van mij.

<volgende>